Geef hulpdiensten de ruimte

Geplaatst op: 26 maart 2018

Je rijdt in de auto en ziet in je achteruitkijkspiegel opeens zwaailichten naderen. Je wordt een beetje nerveus en weet niet meteen wat je moet doen, herkenbaar? We geven je een paar handige tips zodat je weet wat je moet doen in dit soort gevallen.

Als je als bestuurder deelneemt aan het verkeer en je wordt geconfronteerd met hulpdiensten die met spoed rijden, is het belangrijk om rustig te blijven en voorspelbaar voor de hulpdiensten.

TIPS

  • Houd als je stilstaat bij het stoplicht wat afstand tot je voorganger, dan kan je makkelijker uitwijken mocht het nodig zijn. Als er een rijstrook vrij is voor het stoplicht, probeer die dan vrij te houden. Hier kunnen hulpdiensten dan gebruik van maken.
  • Als je de rotonde oprijdt en hulpdiensten komen van achter, blijf dan op de rotonde rijden, tot dat de hulpdiensten zijn afgeslagen.
  • Als je een kruising nadert en je ziet van een andere kant een hulpdienst komen, steek de kruising niet meer over.
  • Probeer bij enkelbaans wegen naar de rechterkant van de rijbaan uit te wijken, zodat de hulpdienst tussendoor kan. Doe dit alleen als het veilig kan. Anders wacht je totdat een busstop of vluchthaven voorbij komt. Houd wel de maximale snelheid aan.
  • Zet de radio niet te hard, zodat je naderende hulpdiensten hoort. Let ook op met handsfree telefoneren, laat je niet te veel afleiden.
  • Blijf alert op je omgeving. Anticipeer en let altijd op het verkeer!

Foutgeparkeerde auto’s ook levensgevaarlijk

Smalle straten en foutgeparkeerde auto’s maken het voor de hulpdiensten extra moeilijk om met spoed ter plaatse te komen. Houd met het volgende rekening als je ergens parkeert:

  • Om door een straat te kunnen rijden, heeft een brandweervoertuig een breedte van drieënhalve meter nodig. Dat zijn ongeveer twee personenauto’s naast elkaar.
  • Om veilig te kunnen passeren, moeten ook bochten vrij zijn van geparkeerde voertuigen.
  • Parkeer alleen in parkeervakken.
  • Houd brandputten en -kranen vrij.
  • Parkeer niet binnen 5 meter van een bocht of kruising.