Veilig schaatsen op natuurijs

Geplaatst op: 21 januari 2019

 De schaatskoorts is toegeslagen. Ga jij het natuurijs op komende dagen? De KNSB heeft een aantal belangrijke tips voor je op een rijtje gezet. 

  • Goede schaatsen kunnen blessures voorkomen en vergroten het schaatsplezier.
  • Met scherpe schaatsen heb je meer grip op het ijs en sta je dus veel stabieler. Controleer je schaatsijzers regelmatig en laat deze tijdig slijpen, zodat je niet vlak voor vertrek nog maatregelen moet nemen.
  • Draag een helm. Je kunt zelf een val veroorzaken, maar ook bijvoorbeeld andere schaatsers en oneffenheden in het ijs kunnen hiervoor zorgen. Als je schaatst met een helm is het belangrijk dat deze helm een val op het hoofd goed opvangt, maar ook dat deze geen puntige vorm aan de achterkant heeft en dat er geen schaatsijzer door kan komen.
  • Als schaatser is het belangrijk om handschoenen te dragen. En niet alleen tegen de kou. Scherp geslepen schaatsen en het ijs zelf kunnen schaaf- en snijwonden veroorzaken als je valt. Iemand kan per ongeluk over jouw vingers schaatsen als je op het ijs ligt.
  • Met polsbeschermers bescherm je je polsen op een effectieve manier en voorkom je polsblessures zoals botbreuken.

Veiligheidsregels op natuurijs

Voor schaatsen op natuurijs gelden andere regels dan schaatsen op kunstijs. Er liggen namelijk andere gevaren op de loer. Je kunt bijvoorbeeld door het ijs zakken. De KNSB heeft een aantal veiligheidsregels vastgesteld.

Voorbereiding

  • Ga er nooit alleen op uit op natuurijs. De meeste mensen die op het ijs omkomen, zijn alleen op pad gegaan. Met andere woorden: ga er nooit alleen op uit op natuurijs. Ga minimaal met z’n tweeën schaatsen en het liefst met een klein groepje. En laat het thuisfront weten waar je gaat schaatsen!
  • Stel je op de hoogte van de lokale ijssituatie. De kwaliteit van natuurijs verschilt per regio. Als je de locatie waar je gaat schaatsen niet kent, informeer dan bij de lokale ijsclub of je op het natuurijs in de buurt veilig kunt schaatsen. Of kijk op schaatsen.nl/natuurijs. Kom je onderweg andere schaatsers tegen, dan is het verstandig ook bij hen naar de omstandigheden van het ijs te vragen.
  • Neem touw, ijspriem, ijsstok en een fluitje mee. Met een ’Natuurijs Veiligheidsset’, bestaande uit een speciale ijspriem en een stuk touw, kun je jezelf uit een wak trekken of een ander helpen die door het ijs is gezakt. Met een ijsstok kun je de dikte van het ijs testen, en met het fluitje kun je op afstand mensen laten weten waar je bent en hulp nodig hebt.
  • Neem een mobiele telefoon en reserve kleding mee. Het meenemen van een mobiele telefoon en een extra set kleding, beide waterdicht verpakt in een dagrugzak, is zeer welkom voor noodgevallen.

Op het ijs

  • Zorg dat je op ’goedgekeurd’ ijs schaatst. Ondergelopen stukken land, maar ook de landijsbanen van ijsclubs zijn de plaatsen waar snel ’veilig’ geschaatst kan worden. Op schaatsen.nl/natuurijs vind je welke natuurijsbanen open zijn.
  • Let op kleurveranderingen, randen en scheuren in het ijs. Bij kleurverandering van het ijs kan de kwaliteit van het ijs ook anders zijn. Wees bij aangevroren randen met een afwijkende (geelwitte) kleur bedacht op windwakken. Deze kunnen ook bij strenge vorst lang open blijven en een behoorlijke omvang hebben. Zijn ze toch dichtgevroren, dan kunnen ze een te dun laagje ijs hebben.
  • Let extra op bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken. Bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken van bomen is het ijs in de meeste gevallen onveilig.
  • Houd voldoende afstand van elkaar. Rijd nooit naast elkaar, maar altijd achter elkaar met voldoende (10 meter) tussenruimte. Je kunt dan beter zien wat er voor je aan de hand is met het ijs of bij plotselinge opstoppingen dan wel een valpartij voor je nog uitwijken. Schaats bovendien ook aan de goede kant en nooit tegen de stroom in.
  • IJs aan de walkant, vooral de kant waar de zon op schijnt, is altijd zwakker. Neem een grote stap als je van de wal het ijs op stapt en kijk waar anderen veilig het ijs opgegaan zijn.
  • Wees altijd op je hoede voor windwakken. Vaak worden windwakken aangegeven door een rand, die een andere kleur (geelwit) heeft.
    Pas bij een laagstaande zon extra op, want dan raak je snel verblind, waardoor je de randen van een windwak nauwelijks of te laat ziet.
  • Wees extra waakzaam bij mist. Je gaat echt de ’mist’ in als je de situatie op het ijs en bij gebrek aan uitzicht niet goed overziet: je hebt vaak onvoldoende zicht op grote wakken en zwakke plekken van het ijs.
  • Zorg dat je voor het donker thuis bent. In het donker schaatsen is per definitie levensgevaarlijk. Je kunt slecht en zwak ijs niet herkennen en mocht je door het ijs zakken, dan kun je je in het donker niet of slecht oriënteren.
  • Ga nooit schaatsen op ijs waar sneeuw op ligt. Als er sneeuw is gevallen en het ijs niet is geveegd, is het levensgevaarlijk om te gaan schaatsen. Ben je onder het ijs gekomen en ligt er geen sneeuw op het ijs, zwem dan naar de donkere plek, hier ben je door het ijs gegaan. Ben je onder het ijs gekomen en is het besneeuwd, dan moet je naar het lichte gedeelte zwemmen

Bron: KNSB

Veel plezier!